Spier contracties

Contractie van een spier

Door te contraheren bewegen de beenderen ten opzichte van elkaar. Er bestaan drie soorten contracties; de concentrische contractie, de isometrische contractie en de excentrische contractie. Alle drie de vormen worden hieronder beschreven:
Concentrische contractie; bij een concentrische contractie beweegt een last tegen de zwaartekracht in. De spier moet meer kracht leveren, dan de zwaartekracht groot is. Het strekken van je been in zit wordt mogelijk gemaakt door een concentrische contractie van de quadriceps. De lengte van de spier neemt af bij een concentrische contractie.

  1. Isometrische contractie; bij een isometrische contractie is de kracht van de spier even groot als de zwaartekracht. In hurkzit blijven zitten wordt mogelijk gemaakt door een isometrische contractie van de quadriceps. De lengte van de spier blijft gelijk bij een isometrische contractie.
  2. Excentrische contractie; bij een excentrische contractie is de kracht van de spier kleiner dan de zwaartekracht. Het doorzakken na het springen van een muurtje wordt mogelijk gemaakt door een excentrische contractie van de quadriceps. De lengte van de spier neemt toe bij een excentrische contractie.

 

De contractie van een spier wordt mogelijk gemaakt door een aantal stappen. De beschrijving van deze stappen staat hieronder.

  • Stap 1: impuls ontstaat in het zenuwstelsel. De dwarsgestreepte spieren staan onder invloed van de wil. Het zenuwstelsel beslist welke spieren er worden bewogen. Een impuls komt aan bij de motorische eindplaat. Bij de motorische eindplaat komt Acetylcholine (Ach) vrij.
  • Stap 2: Acetylcholine (Ach) zorgt voor calciumuitstroom. Door het vrijkomen van Ach op de motorische eindplaat wordt calcium vrijgegeven door het sarcoplasmatisch reticulum. Het sarcoplasmatisch reticulum is een organel van de spiercel.
  • Stap 3: Calcium bindt aan actine. Door het binden aan actine komt er een bindingsplaats voor myosine vrij. Actine en myosine zijn spiereiwitten.
  • Stap 4: Myosine bindt aan actine. Door het binden van calcium op actine, komt er een bindingsplaats voor myosine vrij. Myosine bindt aan het actine. Er is vervolgens ATP nodig voor het in elkaar schuiven van actine en myosine. Bij lijkstijfheid is myosine aan actine gebonden.
  • Stap 5: ATP wordt gesplitst

Bij de splitsing van ATP in ADP en P komt energie vrij. Deze energie wordt gebruikt om actine en myosine in of uit elkaar te laten schuiven. Vervolgens wordt er nog 1 ATP in ADP en P gesplitst. De energie die hierbij vrij komt, wordt gebruikt om myosine van actine los te koppelen.

Contact

Equipartners
Mitswegestraat 138
B-8480 Eernegem

00-32-494-082716

Equipartners : kwaliteit in diergeneeskunde en revalidatie

Hydrotherapie